Meer afspraken & tips

Afspraken tijdens het fietsen

1. VEILIGHEID GAAT VOOR ALLES

Communicatie in een groep wielrenners is belangrijk. Achteraan wordt vaak iets minder goed opgelet dan vooraan. Waarschuw de groep als je in de voorste gelederen fietst voor tegemoet komend gevaar: gemotoriseerd vervoer, brommers, fietsen, etc. Waarschuw ook voor bijzonderheden m.b.t. het wegdek: wegversmallingen, gaten in de weg, spelende kinderen, grote plassen, etc. Fiets je achteraan, waarschuw de groep dan voor achteropkomend verkeer!Het lijkt overdreven, maar is zeer belangrijk!

Veelgebruikte signalen:

  • “(auto/fiets) tegen!” – bij tegemoet komend verkeer.
  • “(auto/fiets) voor!” – we halen iemand in.
  • “(auto/fiets) achter!”. Er komt iemand van achteren om te passeren. (roep ook even als er een aanhanger achter zit, de meesten verwachten deze niet wat tot nare situaties kan leiden.)
  • Paaltje”. Er staan één of meer paaltjes op de weg (volg de route van diegene die voor je fietst)
  • “Stop! / Ho!”. Stoppen voor kruising / verkeer / etc.

Eventuele handsignalen kunnen tijdens de training besproken worden.

2. PLAATS OP DE WEG EN IN DE GROEP

We fietsen in principe met tweeën naast elkaar en volgen de normale verkeersregels. Ga je van kop af, dan versnel je een beetje, je buigt vervolgens iets af naar de kant van de weg waar je op dat moment fietst. Fiets je dus links vooraan, versnel je licht, buigt naar links en blijft daar rijden tot de groep in zijn geheel voorbij is. De groep passeert dus altijd tussen beide kopmensen door! Spreek met zijn tweeën af als je van kop afgaat en maak tegelijk de omtrekkende beweging. Doe dit alleen als het overige verkeer dat toelaat.

Met flinke wind, zal de positie van de groep op de weg veranderen om zoveel mogelijk uit de wind te zitten en energie te sparen. Mocht er verkeer aankomen, neem dan rustig (!) weer de juiste positie op de weg aan en waarschuw de groep!

Eenlingen fietsen altijd achteraan, om de harmonie in de groep niet te verstoren.

Communiceer van achteruit alle bijzonderheden! Bijvoorbeeld bij een lekke band, je bent de groep zomaar kwijt. Informeer elkaar tot de kopmannen ook op de hoogte zijn en snelheid minderen.

De kopmensen zullen altijd extra opmerkzaam moeten zijn, omdat de groep op hen vertrouwt! Leidt de groep dus niet een grote kruising op als er verkeer aankomt wat gevaar kan opleveren bijvoorbeeld. Stop dan gewoon even.

3. FIETS EN (RESERVE)MATERIAAL

Zorg dat je materiaal in orde is. Geen versleten banden, remmen. Geen kapotte wielen, spaken, sturen, zadels, enz. Dit is té gevaarlijk in een groep. Neem a.u.b. wat reservemateriaal mee (reserve binnenband, pomp, etc.). Rijdt tijdens clubtochten niet met een triathlon stuur en draag altijd een goede helm.

4. VOEDING

Eet niet te kort voor een training. Zeker niet op dinsdag of donderdag, want tijdens een intensieve training is het niet fijn om een volle maag te hebben (het kan voorkomen dat je dan je maaginhoud opeens te zien krijgt 🙂
Neem wat reepjes (fruitreep, energiebar) mee, of gebruik voeding in je bidon. Vooral op langere tochten belangrijk, maar ook tijdens intensieve trainingen geen overbodige luxe. Bananen en krentebollen o.i.d. werken natuurlijk ook. Dat is naar eigen inzicht.

5. SAAMHORIGHEID

Laat bij langere tochten zonder trainer zoveel mogelijk één persoon de route bepalen om de veiligheid te vergroten. Indien een trainer aanwezig is, volg dan zijn aanwijzingen op.
Respecteer elkaar in de groep en geef/laat elkaar de ruimte als dit nodig is (bij een bordjessprint of een ongeplande versnelling wil men nog wel eens z’n verstand even kwijtraken :).
Bij trainingen geldt sowieso dat we niet sprinten op het plaatsnaambordje van Bedum. De situatie bij niet alle invalswegen is veilig om te sprinten (kruising, smal fietspad of zijwegen). Het rustig uitfietsen is bovendien een essentieel onderdeel van de training, daar hoort een sprint op het laatste deel van de training niet bij. Tenslotte wordt bij een sprint de groep behoorlijk uit elkaar gereden. Zo’n sprint op het laatste deel van de rit past dus ook niet bij het motto Samen uit, samen thuis!!!

Natuurlijk wil je af en toe laten zien hoe goed je in vorm bent, geen enkel probleem maar meldt dat dan bij de trainer of wegkapitein (hij bepaalt waar dat veilig kan) en wacht na een sprint weer op elkaar!

Voor nog meer informatie lees het Veiligheidshandboek van de NTFU